Onderconstructies

Duurzame kwaliteit van dak- of gevelbekleding begint bij de constructie eronder. Deze heeft directe invloed op de levensduur van het toegepaste materiaal. Wanneer non-ferrometalen langere tijd worden blootgesteld aan vocht, zijn deze namelijk gevoelig voor corrosievorming. Een juiste onderconstructie helpt dit te voorkomen.

Ongeventileerde gevelconstructie
Een ongeventileerde onderconstructie, ook wel warmdak onderconstructie genoemd, is een dak- en gevelopbouw zonder ventilatie of luchtspouw. Hierbij wordt op de onderconstructie
thermische isolatie en vervolgens een dakbedekkingssysteem aangebracht. Zo ontstaat een enkellaagse, ongeventileerde constructie. Dit concept is zeer geschikt voor hellende daken en gevels. Om condensvorming te voorkomen dient de opbouw dampdicht te worden uitgevoerd. Inwendige condensatie of condensatie door nachtelijke uitstraling is in deze constructie
dan ook niet meer aan de orde. Dit is een belangrijk verschil met een geventileerde onderconstructie. Bij de opbouw van deze constructie wordt de voorkeur gegeven aan een dampdicht systeem met een µ.d (of Sd-) waarde van minimaal 150 meter.

Voordelen van een ongeventileerde onderconstructie

  • Aanzienlijk meer vrijheid bij vormgeving voor planners en architecten
  • Een slanke constructie omdat de ventilatiespouw vervalt
  • Brandveilig door het ontbreken van luchtspouwen oftewel thermische trek
  • Eenvoudig te verwerken en daardoor enorme tijdwinst bij de montage
  • Geen trommeleffect vanwege het ontbreken van een klankkast
  • Het dak of de gevel is meteen waterdicht waardoor het bouwtempo versneld wordt.

Geventileerde onderconstructie
Een geventileerde onderconstructie, ook wel koud-dak onderconstructie genoemd,  is de meest traditionele en meest toegepaste constructie. Hierbij wordt het materiaal aan de onderzijde actief belucht door de ventilatieruimte. Onder het materiaal komen ongeschaafde houten delen met een onderlinge tussenruimte van ongeveer 10 mm. Via deze ongeschaafde delen wordt het vocht onttrokken aan het materiaal en aan de ventilatieruimte afgegeven. Door een actieve ventilatie, verkregen door voldoende aan- en afvoeropeningen, wordt het vocht weg geventileerd.

De hoogte van de ventilatieruimte is afhankelijk van de hellingshoek van het dak. De afmetingen van de aan- en afvoeropeningen van ventilatielucht zijn hier ook van afhankelijk.